STAMREEKS FAMILIE KAPPETEIN
Familie P. Kappetein (VIIIb)
Pieter woonde in 1855 op zijn boerderij in de polder het
Hoge Zand nabij Numansdorp. Hij begon nadat zijn
vrouw was overleden volgens de overlevering een verhouding met een van zijn
dienstmeiden. Echter een van zijn knechten, Cornelis
Maaskant had ook een oogje op de betreffende jongedame en kreeg hierover ruzie
op 7 augustus 1855 met Pieter waarbij de knecht Pieter met een riek doodstak. *)
Na het overlijden van Pieter
werd zijn jongere broer Willem (VIIb12) tot voogd over de kinderen benoemd en Adrianus Steenbergen, naar ik vermoed een broer van zijn
vrouw Maria Steenbergen, tot toeziend voogd. T.b.v. de afwikkeling van de
erfenis werd een boedelbeschrijving opgemaakt. Uit de gedetailleerde boedelbeschrijving
van zeventien pagina’s blijkt dat Pieter ƒ15.000 aan
roerende goederen, contant geld en vorderingen naliet. Hiertegenover stond ƒ
10.900 aan schulden en hypotheken. Daarnaast bezat Pieter
zeven bunder en vijfenveertig roeden bouwland plus zijn boerderij. Uit de
beschrijving blijkt dat hij ook nog land pachtte.
Na de afwikkeling van de erfenis hebben
de voogden de nalatenschap belegd in een maatschappij voor het graven van (een)
haven(s) in Rotterdam. Hierbij vielen zij in handen van een oplichter die de
ingelegde gelden als interest uitkeerde en toen dit
spaak liep naar de Verenigde Staten uitweek. Hij heeft volgens de overlevering
nog jaren een sigarenwinkel in New York gehad.
*) op 19-10-1858 overleed in Leeuwarden ene Cornelis Maaskant, 27 jaar en ongehuwd (akte A639 d.d. 20-10-1858). Ik vermoed dat dit de Cornelis is die Pieter Kappetein vermoordde en die op dat moment in de gevangenis te Leeuwarden zat.